natuurkunde
Meten met de schuifmaat
Deze animatie demonstreert hoe je met een schuifmaat lengtes heel nauwkeurig kunt meten.
Nauwkeurig meten
Met een schuifmaat kun je lengtes heel nauwkeurig meten, nauwkeuriger dan met een geodriehoek of een rolmaat.
Geodriehoek en rolmaat hebben een schaalverdeling in millimeters. Millimeters kun je dus precies aflezen, maar tussen twee millimeterstreepjes in moet je
de tiende millimeters schatten.
Stel, je meet de lengte van een blokje: 7 cm en ruim 3 mm (dus nog geen 4 mm). Je schat bijvoorbeeld 7,38 cm. De 7 en de 3 weet je dan
zeker, maar de 8 niet.
De animatie laat zien hoe je met een schuifmaat zelfs tiende millimeters nauwkeurig kunt meten.
De applet
Hierboven zie je een schuifmaat. De schuifmaat heeft twee schalen, een 'gewone' liniaal in millimeters en daaronder de zogeheten
nonius: een kleine,
verschuifbare schaal voor de tiende millimeters.
Met deze schuifmaat meet je de diameter van een moer.
- Je klemt de moer in de 'bek' van de schuifmaat.
- Lees eerst de lengte van het voorwerp af op de 'gewone' liniaal: ruim 2,4 mm.
- Lees dan op de nonius de tiende millimeters af, bij het eerste nonius-streepje recht tegenover een streepje van de gewone liniaal. Dat blijkt
streepje 7 te zijn.
- De precieze lengte is dan: 2,47 cm.