natuurkunde
Interferentie van licht (1)
Deze applet illustreert de interferentieproef van Young (het tweespletenexperiment).
Klik hier
om de applet te starten
(in een nieuw scherm).
De interferentieproef van Young
Thomas Young toonde rond 1805 aan dat licht interferentie kan vertonen. Zo bewees hij dat licht golfeigenschappen heeft.
Interferentie is immers typerend voor golven. Die kunnen elkaar plaatselijk verzwakken en zelfs uitdoven, en op andere plaatsen
juist versterken.
Young splitste een smalle bundel zonlicht in twee coherente bundels. (Coherent = met constant faseverschil). Het licht
van deze twee bundels ving hij op met een scherm. Waar de lichtbundels elkaar op het scherm overlappen, ontstaat een patroon
van lichte plekken afgewisseld met donkere plekken.
Zo'n patroon noem je een interferentiepatroon. Een lichte plek noem je een maximum, een donkere plek een minimum.
Verklaring - afstandsverschil
Wat er in een punt P van het scherm precies gebeurt hangt af van het afstandsverschil in P: hoeveel
golflengten punt P verder van de ene trillingsbron ligt dan van de andere.
Dit afstandsverschil bepaalt wat de interferentie in P oplevert: een maximum, een minimum of iets er tussenin.
Constructieve interferentie
In punten waar het afstandsverschil een geheel aantal golflengten is, treffen de golven elkaar steeds met dezelfde gereduceerde fase.
Een top van de ene golf ontmoet steeds een top van de andere golf, een dal van de ene golf steeds een dal van de andere. Dat geeft
extra hoge toppen en extra diepe dalen, de golven versterken elkaar. Daar ontstaat een maximum, een lichte plek.
Destructieve interferentie
In punten waar het afstandsverschil een geheel aantal golflengten is min een halve, treffen de twee golven elkaar steeds met gereduceerd
faseverschil ½. Een top van de ene golf ontmoet steeds een dal van de andere. Daar verzwakken de golven elkaar of doven ze
elkaar zelfs uit. Er ontstaat een
minimum, een donkere plek.
De applet
Onderaan, in het midden, zie je twee lichtbronnen. Uit elke bron komt een groene lichtgolf. De twee lichtgolven treffen elkaar op het scherm linksboven.
- Als je op play klikt zie je dat voor elk punt P op het scherm, van links tot rechts, het afstandsverschil van de twee golven het resultaat
van de interferentie bepaalt.
- Met pause onderbreek je de animatie.
- Met de sliders onderaan kies je de golflengte van het licht en de onderlinge afstand van de lichtbronnen.