natuurkunde

Interferentie

Deze applet behandelt interferentie van golven.
This browser doesn't support HTML 5 canvas!
Applet: Walter Fendt
www.walter-fendt.de


Wat is interferentie?

Als twee golven elkaar overlappen ontstaat in het overlapgebied interferentie: de golven gaan samenwerken. Op sommige plaatsen versterken de golven elkaar tot een extra heftige golf, op andere plaatsen verzwakken ze elkaar of doven ze elkaar zelfs uit.
Oppervlaktegolven op water (tweedimensionaal), geluidsgolven (driedimensionaal), lichtgolven - alle soorten golven kunnen interfereren. Interferentie is typerend voor golven.

Afstandsverschil

Wat er in een punt van het overlapgebied precies gebeurt hangt af van het afstandsverschil (Δs) in dat punt: hoeveel golflengten (λ) dat punt verder van de ene trillingsbron ligt dan van de andere.
Dit afstandsverschil bepaalt wat de interferentie in het punt oplevert: een maximum, een minimum of iets er tussenin.

Constructieve interferentie: maxima, buiklijnen

In punten waar het afstandsverschil een geheel aantal golflengten is, ontmoeten de twee golven elkaar steeds met dezelfde gereduceerde fase. Een top van de ene golf ontmoet steeds een top van de andere golf, een dal van de ene golf steeds een dal van de andere. Dat geeft maxima: extra hoge toppen en extra diepe dalen. Je noemt dat constructieve interferentie. De maxima liggen op licht gekromde lijnen: buiklijnen.

Destructieve interferentie: minima, knooplijnen

In punten waar het afstandsverschil een geheel aantal golflengten is min een halve, ontmoeten de twee golven elkaar steeds met gereduceerd faseverschil ½. Een top van de ene golf ontmoet steeds een dal van de andere. Die doven elkaar (bijna) uit. Dat noem je destructieve interferentie. Dat geeft minima, die ook op licht gekromde lijnen liggen: knooplijnen.

De applet

Elk van de twee trillingsbronnen midden in het gele scherm veroorzaakt een golf. Golftoppen zijn zwart, golfdalen grijs. De twee golven overlappen elkaar, dus er is interferentie. De bronnen zijn coherent: hun faseverschil is constant. Daardoor geeft de interferentie een constant, regelmatig patroon van versterking en verzwakking. Buiklijnen zijn rood, knooplijnen blauw.